maandag 30 maart 2015

SH 309

De villa was eenvoudig te vinden, de oprijlaan makkelijk op te rijden met het hek open. Even aarzelde Benny of hij dat zou doen, maar voor hij het wist was zijn BMW al halverwege de ingang en de villa. Het was hier prachtig. De tuin met de enorme cipressen en uitgestrekte gazons vertoonde een haast lentegroene kleur. Hoe was dat mogelijke met die verzengende zon die inmiddels aardig hoog aan de hemel stond? Hier moest een tuinman werkzaam zijn met ongekend groene vingers.
Hoewel hij langzaam reed, moest Benny flink op de rem gaan staan voor de man die opeens opdook vanachter een rododendron. Een man met een dubbelloops jachtgeweer in zijn handen. De tuinman? De jachtopziener? Of gewoon iemand van de bewaking? Ondanks het wapen was Benny niet bang. Hij kwam hier niet voor bewakers, hij was op zoek naar de vrouw in de fietsbroek, Anna Zeven. Hij stapte uit en schoof zijn zonnebril in zijn haar.
'Goedemorgen,' sprak hij vriendelijk, 'u komt als geroepen. Ik ben dringend op zoek naar mevrouw Zeven. Het gaat over de aankoop van dit landgoed. Is zij thuis?'
Benny zag dat hij goed had gegokt. De man maakte geen aanstalten het geweer in te zetten. Integendeel, hij keek Benny onzeker aan en opende zijn mond alsof hij iets wilde gaan zeggen. Maar meer dan een langgerekt 'eh' wist hij niet uit brengen.

Geen opmerkingen: