Hoewel hij langzaam reed, moest Benny flink op de rem gaan staan voor de man die opeens opdook vanachter een rododendron. Een man met een dubbelloops jachtgeweer in zijn handen. De tuinman? De jachtopziener? Of gewoon iemand van de bewaking? Ondanks het wapen was Benny niet bang. Hij kwam hier niet voor bewakers, hij was op zoek naar de vrouw in de fietsbroek, Anna Zeven. Hij stapte uit en schoof zijn zonnebril in zijn haar.
'Goedemorgen,' sprak hij vriendelijk, 'u komt als geroepen. Ik ben dringend op zoek naar mevrouw Zeven. Het gaat over de aankoop van dit landgoed. Is zij thuis?'
Benny zag dat hij goed had gegokt. De man maakte geen aanstalten het geweer in te zetten. Integendeel, hij keek Benny onzeker aan en opende zijn mond alsof hij iets wilde gaan zeggen. Maar meer dan een langgerekt 'eh' wist hij niet uit brengen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten