zondag 1 maart 2015

Sigaretten halen 40x7weken=280 dagen

Ze had Paul opgedragen buiten te wachten. Het telefoontje wilde ze niet in zijn bijzijn voeren. Het leek haar een onnozelaar, maar de afgelopen dagen had ze vaker met onnozelaars te maken gehad die wolven in schaapskleren waren gebleken. Terwijl ze de telefoon over hoorde gaan, hield ze Paul in de gaten. Hij ijsbeerde voor de auto langs en beet op zijn nagels motorkap.
Er werd niet opgenomen, het was natuurlijk nog vroeg. Ze kreeg de voicemail.
'Martha, met mij. Bel mij zo spoedig mogelijk terug. Het begint hier flink uit de klauwen te lopen.'
Toen ze de telefoon op het aanrechtblad legde, ontdekte ze de hark op de keukenvloer. Zo was het die avond daarvoor allemaal begonnen. Ze was in paniek geweest en was gevallen. Ze keek in de kamer. Het schilderij hing scheef en de lamp had een deuk opgelopen. Over de plavuizen lagen de scherven van het gesneuvelde roséglas.
Achter haar klonk een kuchje. Paul stond in de deuropning.
'Wat is er?' Haar toon was wantrouwig. Kon ze van die man op aan?
'Mevrouw, misschien mag ik even gebruik van de telefoon. Ik heb geen mobiel en mijn vrouw, eh, de kinderen...' Het was aandoenlijk hoe hij schutterde. Haar wantrouwen was niet terecht.
'Ja, natuurlijk, ga je gang. Je wilt vast ook wel een ontbijtje. Bespreken we zo wat ik van je verwacht.'
Dankbaar toetste Paul het nummer in en voerde met gedempte stem het ingewikkelde telefoongesprek met Claire. Hij had haar wakker gebeld wat geen fijne binnenkomer was. En zijn boodschap van later komen viel ook niet in goede aarde.
Anna luisterde naar het moeizame telefoongesprek. Ze deed afbakcroissants in de oven, zette koffie, perste sinaasappelen en dekte de tafel. Het was zes uur in de ochtend.

Geen opmerkingen: