Voorbij Eindhoven zette de schemering goed in. Het was niet druk op de weg, ze schoten lekker op.
'In België gaan we op zoek naar een romantisch hotelletje,' zei Fred. Hij keek even opzij en kneep speels in haar dij. 'Ik weet wel iets in de Voerstreek.' Die streek zei Zus niets, het maakte ook niet uit. Ze had zich volkomen in Freds handen gelegd en het was goed. Er was een ongekende kalmte in haar gegleden die ze graag zo lang mogelijk wilde vasthouden.
'Daar kun je vast wel lekker eten, in de Voerstreek,' grapte ze.
Voorbij Weert moest er getankt worden. Terwijl Fred buiten doende was, bekeek Zus zichzelf in het spiegeltje. Ze zag bleek, maar haar ogen lachten.
Als ze in de spiegel wat verder had gekeken en als Fred niet alleen de teller op de pomp had bestudeerd, maar ook zijn blik naar links had laten gaan, dan hadden ze een auto kunnen zien, een grijze Peugeot, die al langere tijd achter ze gereden had. En nu met gedoofde lichten een eindje terug stond geparkeerd. In die wagen zaten drie mensen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten