donderdag 12 maart 2015

Sigaretten 291 halen


De boom met Paul Sachet erin kwam steeds meer in het licht van de opkomende zon te staan. Het was aangenaam warm daarboven. De loomheid die in zijn ledematen kroop was niet ongevaarlijk. Af en toe keek hij in de diepte. Als hij zou vallen zou hij een doodsmak maken. In zijn gevecht tegen de opdringende slaap sperde hij om de zoveel tijd zijn ogen wijd open. Ook het geeuwen werd steeds erger. Als hij zijn voeten op de brede tak iets naar onderen zette, dan kon hij zijn rug precies tegen de stam nestelen. Zo kon hij het zeker een tijdje uithouden.
'Verdomme,' zijn stem schalde door de tuin. Het jachtgeweer sloeg met een klap in het grind en ging met een daverende knal af. De adrenaline die door zijn lijf schoot, maakte hem direct klaarwakker. Behendig als een aap slingerde hij langs de takken omlaag. Hij bereikte de grond net voor Anna arriveerde.
'Wat doe je?' Ze bleef op een paar meter afstand staan, argwanend rondkijkend alsof er elk moment belagers uit het struikgewas op konden duiken. Ze toonde zich kwetsbaar. Aan haar hele houding viel onzekerheid af te lezen. Het speet Paul dat hij de oorzaak was van haar toestand. Hij haalde zijn schouders op. Zoals sukkels doen.
'Sorry, ongelukje.' Hij raapte het geweer op en laadde het met nieuwe patronen.
'Hou die loop alsjeblieft de ander kant op, voordat er nog meer ongelukken gebeuren.' Haar onzekerheid leek omgeslagen in irritatie. Terecht, dacht Paul. Hij durfde haar niet aan te kijken. 
'Hoor jij wat ik hoor.' Ze stak haar vinger in de lucht. 'Een auto! Je boom in, snel.' Ze draaide zich om en sprintte richting de villa. Ze droeg witte gymschoenen onder een strakke spijkerbroek. Paul klom omhoog. Hij hoorde het nu ook. De motor van een auto.

Geen opmerkingen: