woensdag 18 maart 2015

Sigaretten halen 297

Anna dook op. Ze stoof Paul voorbij met een wenkend gebaar.
'Mee!'
Paul volgde. Als een hondje. Een hondje met een geladen dubbelloops jachtgeweer. In de aanslag. Het was serieus, zoveel werd hem wel duidelijk. Waren het toch de belagers die ze op het oog had?
Ze liep door tot op het hek. Aan de andere kant stond de vrouw uit de Belgische auto. Een eindje daarachter de man met het kale hoofd in de korte broek. De afstand tussen de man en de vrouw was bijna net zo groot als de afstand tussen Paul en Anna. Had die man iets in zijn broekzak dat door kon gaan voor een pistool? 
Paul zweette. Het wapen lag in zijn klamme handen. Hij keek van Anna naar de vrouw voor het hek naar de man achter haar. Wat was die bobbel in zijn broek? Er bestonden heel kleine pistooltjes had hij wel eens in films gezien, damespistooltjes, zo groot als een vuist, maar op korte afstand zeker zo doeltreffend als een jachtgeweer.
De man haalde zijn schouders op. Het gebaar verbaasde Paul. Was dit een moment voor onverschilligheid? Of onwetendheid? Hoewel, zelf wist hij ook niets. Nooit eerder had hij in vergelijkbare situatie verkeerd. Wat werd er eigenlijk van hem verwacht? Hij was ingehuurd om Anna te beschermen. Moest hij schieten? Kon hij schieten? Wanneer dan in godsnaam? Nu? Op wie? Moest het raak zijn? Wat waren de gevolgen? Was de eerstvolgende keer dat hij Claire en kinderen zou zien in de gevangenis van Marseille? Of werd dit gewoon zijn dood. Was dit gewoon zijn eindje? Zou hij worden omgelegd met een kogel zoals zijn vader altijd koeien omlegde. Een schot door de kop?
De vrouwen smoesden bij het hek. Geagiteerd, kwaaiig, met stemverheffing, maar dan op fluistertoon. En wat deed die vent? Verdomme, zijn hand ging in zijn broekzak. Hij tastte er rond alsof hij een koffer doorzocht. Hij vond wat hij zocht. Hij trok zijn hand tevoorschijn.
De knal echode tegen de berghelling. Een groep vogels vloog op.

Geen opmerkingen: