vrijdag 20 maart 2015

Sigaretten halen 299

FDit kun je niet maken,' brulde Tanja vanuit de hotelkamer. Met een lang aangehouden a. 'Maaaaaaaken' dus. Daar had ze een beetje een handje van: overdreven spreken. Met veel nadruk, klemtoon, wisseling van zacht en vooral hard en lang aangehouden klinkers. Met name de a was favoriet. 'Jaaaaa, dat gaan we doen,' zei ze dan. Of: 'Daar heb ik helemaaaaaaal geen zin in.' En: 'Ik vind dat zo raaaaar, gewoon niet normaaaaal.'
Alles went uiteindelijk, iedereen heeft zijn merkwaardigheden, maar Tanja spande de kroon. Ik stond mij te scheren in de badkamer - Tanja hield van een gladde kin - en wist direct waarover ze zo'n heisa maakte. Sigaretten Halen 298 beviel haar niet. Ze deed dat de laatste tijd steeds vaker, commentaar leveren op wat ik net geschreven had. Zeker als ik een personage geëlimineerd had, kwam ze in opstand. Zo had ze niet kunnen verdragen dat commissaris Turlings door Taco Stutterheim om zeep werd geholpen. Hij belandde in het ziekenhuis. Evenals Theo Dubbelburg, ooit door Anna Zeven op zijn kop gerost met een Boeddhabeeld. Niemand zou dat overleven, maar om aan Tanja's nadrukkelijke wens tegemoet te komen had ik hem in het hospitaal van Digne-les-Bains laten opnemen. Met als gevolg dat hij geheel en al opkalefaterde na ingrijpen door Claude Samedi.
'Anna moet je laten leven, dit kan echt niet, Soleil!' Ze stond in de deuropening van de badkamer met de iPad in haar hand. 'En waarom moet ze zo gruwelijk aan haar einde komen, afgeschoten als een wild dier, dat is toch niet menselijk meer?' 
Ze trok een pruillip. De uitdrukking waarvan ze wist dat ik er gevoelig voor was. Ook haar volgende stap was voorspelbaar. Ze legde haar hand op mijn blote rug en streelde mijn ruggenwervel.
'Toe, Soleiltje, niet Anna. Dat wijf van een An kan me niet schelen, maar niet die aardige Anna Zeven.'

Geen opmerkingen: