'We zijn geen verliefd stelletje, Dago. We maken gewoon een ommetje. Daar is niets romantisch aan. We gaan de zaak Martha Janssen nog eens doornemen. Beschouw het als een Socratische wandeling. En wat de seks betreft, alles op zijn tijd. Misschien heb ik er vanavond zin in. Misschien, hè, ik beloof niks.'
Normaal gesproken hield Bijleveld er niet van aan het lijntje gehouden te worden. Maar in dit geval oefende hij graag wat geduld. Elly was de moeite waard. Hij snapte wel dat ze niet te snel van stapel wilde lopen. Feit bleef helaas wel - of helaas - dat de herinnering aan de dag daarvoor, om precies te zijn aan wat er was voorgevallen in een van de cellen van het cellencomplex van het politiebureau, hem voortdurend helder voor geest stond. Of helder voor ogen. Hij kon er niet niet aan denken. Steeds weer zag hij Elly voor zich, liggend op... Ach, wat hadden dat soort gedachten voor zin. Ze leidden alleen maar af van de zaak Martha Janssen. Zouden Fred en Martha Janssen het wel eens in een politiecel... Ach, hou nou toch op. Martha Janssen, daar ging het nu om. Die was sigaretten gaan halen. Ach, welnee, het waren boeken. Drie boeken van de bibliotheek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten