donderdag 18 december 2014

Sigaretten halen 207

Zwijgend zaten Elly en Dagobert achterin de politieauto. Er heerste berusting op de achterbank. Beiden keken naar buiten, Elly naar links, Dagobert naar rechts. In het midden van de bank haakten hun vingers in elkaar. Ze luisterden naar het pruttelen van de portofoon. De stem van wachtmeester Jacobi met boodschappen voor andere wagens. Ook Suikerbuik en Zoetemelk zwegen. Alleen bij het verkeerslicht zei Suikerbuik 'groen' toen Zoetemelk niet snel genoeg optrok naar zijn zin.
Op het bureau moesten Elly en Dagobert wachten bij de balie van wachtmeester Jacobi die op zijn gemakje koffie stond te tanken verderop in de gang. Slenterend kwam hij teruglopen, onderwijl de damp van zijn bekertje blazend. Hij kon zijn grijns niet verhullen. Suikerbuik en Zoetemelk beantwoordden de grijns met een tegengrijns.
'Daar zijn ze dan,' sprak Jacobi spottend, 'Bonnie en Clyde. Een heterdaadje, Suik? Lagen ze weer te rollebollen?' 
Suikerbuik grinnikte. 'Ze deden het weer, Jacobi.'
'Ordinaire straatschennis,' deed Zoetemelk een duit in het zakje. Terwijl hij lachte, schudde zijn buik.
Elly keek Dagobert aan. Ze hielden zich koest. Hun tijd kwam nog wel.

Geen opmerkingen: