dinsdag 23 december 2014

Sigaretten halen 212

Doden waren er nog niet gevallen, maar het was in feite een trieste bijeenkomst. Een dronken vader die nog slechts standje mopperkont kende in gezelschap van zijn droevige dochter die alleen maar kon denken aan haar eigen sores. Veel zeiden ze niet tegen elkaar. De vader wees op een bepaald moment naar de koelkast.
'Ook een boertje, sorry, biertje?' Ondanks de omstandigheden klonk het niet eens onaardig. Zo uitnodigend zelfs dat Zus opstond en de deur van de koelkast opentrok. Een woud van bierflesjes glansde haar tegemoet. Ja, die ouwe zorgde goed voor zichzelf. Als het bier maar koud stond. Zus aarzelde heel even, toen bukte ze zich om drie, vier, vijf flesjes te pakken en op het aanrecht te zetten. In het keukenlaatje vond ze een blikopener met een flessenopener aan het uiteinde. Dop na dop vloog over het aanrecht. Toen haalde ze diep adem en zette het eerste flesje aan haar mond. Te gulzig, zodat het bier rijkelijk over haar kin naar beneden liep, haar blousje in. Het vocht vond zijn weg tussen haar borsten door naar haar navel. Een ongekende sensatie. Ze dronk door. Grote slokken klokten naar binnen. Ze pauzeerde even om te boeren. Meteen dronk ze door. Na fles een, fles twee, na fles twee, fles drie. De druk op haar blaas nam met de seconde toe. Ze kreeg de hik en boer na boer probeerde een weg te vinden door de slokken bier heen. Met fles vier kwamen de eerste tekenen van onevenwichtigheid. Ze dwong zichzelf om door te drinken. Zuipen, dacht ze. Ik zuip. Zus zuipschuit.
Toen ze ook fles vijf veroberd had, draaide ze zich om. Ze moest zich vasthouden aan de muur om de wc heelhuids te kunnen bereiken. Daar deed ze, met de deur wagenwijd open, een plas als een snelstromende rivier. Ze had ooit aan de oevers van de Rhône gestaan. Daar leek het legen van haar blaas op. Zelfs haar vader keek ervan op. 


Geen opmerkingen: