dinsdag 30 december 2014

Sigaretten halen 219

In huize Stutterheim heerste onrust. Zoon Taco zat ontroostbaar aan de keukentafel met aan weerszijden zijn vader en zijn moeder. De laatste hield haar zoon bij de hand. Het was verschrikkelijk hun volwassen zoon zo te zien huilen. Zij konden zijn verdriet niet plaatsen, vooral ook omdat de jongen slechts sprak in onsamenhangende zinnen die voor het grootste deel onverstaanbaar zijn mond uit kwamen.
'Maar wat is er dan gebeurd dat je zulk verdriet hebt?' vroeg zijn moeder bezorgd. Ook zij had tranen in de ogen, maar daar had ze al gauw last van. 'Je weet toch dat je tegen je vader en moeder alles altijd kunt vertellen?' Ze probeerde Taco in de ogen te kijken, maar hij keek naar beneden.
'Jongen, is het die studie? Het is die studie, hè. Ik had je toch voorspeld dat je bij de politie vreselijke dingen tegen kon komen.' Vader Stutterheim verhulde zijn onzekerheid in stevige taal, duidelijk uitgesproken. Het liefst had hij er nog een grapje doorheen gegooid, maar hij schatte in dat de sfeer daar niet naar was. 'Misschien moet je toch nog eens overwegen die accountantsopleiding te doen in plaats van de politieacademie. 't Geeft niks om te erkennen dat het niet lekker gaat, zoon. Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.'
'Is het die commissaris, Taco?' vroeg moeder bezorgd, 'vergt die niet een beetje teveel van je?'
Die vraag was raak. De jongen begon heftig te knikken. Voordat hij begon te spreken haalde hij zijn neus op.
'Turlings wil dingen.' Taco keek zijn moeder aan om te zien of ze hem direct begreep. Nog voor ze kon reageren kwam vader ertussendoor.
'Die man stelt zijn eisen, dat is duidelijk, en jij durft geen nee te zeggen. Zo is het toch, zoon?'
Weer knikte Taco. Voor hij nog wat kon zeggen ging de telefoon die op de tafel lag. Zijn vader nam op.
'Ah, meneer Turlings,' zei Taco's vader, 'fijn dat u belt. We hadden het net over u... Ik weet niet of Taco zelf aan de lijn kan komen...' Hij zag Taco driftig met zijn hoofd schudden. 'Nee, dat zal niet gaan... O, u komt even langs, nu meteen... Nou, we zullen zorgen dat de koffie klaar staat.'
Toen vader de telefoon neerlegde keek hij zoon en echtgenote triomfantelijk aan. 'Hij komt even langs. Dat lijkt me een goede zaak.' Hij keek naar Taco. De jongen was lijkbleek geworden.

Geen opmerkingen: