vrijdag 12 december 2014

Sigaretten halen 201 - intermezzo

Ik ga weinig vertellen over mijn nacht met Tanja Tangerine in het NH-hotel in Amsterdam. Misschien alleen dit: die nacht was een van de meest welbestede periodes in mijn leven. Beter nog dan alle tijd die ik gestoken had in het schrijven van mijn romans en, momenteel, mijn blogs. Ik kwam er 's nachts achter dat Tanja iets nog veel beter kon dan alleen dat ongebreidelde ouwehoeren, waarin zij zich normaal wentelde. Die zouteloze praatjes over de malaise in de boekenbranche, dat mensen niet meer lezen, zeker geen literatuur met een grote L, dat de digitale revolutie de mens degenereerde tot toetsenist die gedoemd was voortaan eeuwig zoekende te blijven op de eindeloze jachtvelden van het internet. Ze kon zo verdomd somber doen. En dat leek besmettelijk, want wij liepen bedrukt van het restaurant naar het hotel. Hand in hand, dat wel.
Maar het kwam allemaal goed toen we eenmaal waren aanbeland op kamer 302. Het was allemaal wat aftasten, want ik lijk wel heel wat, maar als het puntje bij paaltje komt, blijkt de grote schrijver ook maar gewoon een schuchter kereltje. Maar het dekbed was behaaglijk en Tanja's huid koel, een onweerstaanbare combinatie. Toen zij ook nog 'Dagobert' in mijn oor fluisterde en ik 'Elly Sprenkelbach-Meijer' terug kreunde, kon ons samenzijn niet meer stuk.


Geen opmerkingen: