Ze hadden
Taco thuisgebracht. Zijn ontvangst was een aandoenlijk tafereeltje. Moeder en
zoon die elkaar in de armen vielen alsof hij terugkwam van een maandenlange
wereldreis. Vader die een beetje verlegen terzijde stond en één arm op de
schouder van zijn jongen legde en de ander op die van zijn vrouw. Er rolden
tranen over wangen en in dat emotionele moment hielden ook Elly en Dagobert het
niet droog. Dagobert duwde zijn gezicht in Elly’s haar om met zijn emoties niet
te prominent te koop te lopen. Elly haalde gewoon haar neus op en droogde haar
tranen met de rug van haar handen.
‘Dank u,
juffrouw, heer,’ richtte de vader zich tot het politiekoppel, ‘dank voor het
thuisbrengen. Denkt u dat het wel goed met onze Taco gaat? Zulke lange dagen,
dat is hij niet gewend. Hij was altijd een luiwammes, hoor. Uitslapen tot over
negenen. Maar een jongen met het hart op de goede plaats.’
Elly knikte
en glimlachte door haar tranen heen. ‘O, zeker,’ zei ze, ‘hij heeft een hart
van goud. Maar u moet mij beloven dat u hem in de gaten zult houden. Laat hem onder
geen beding meegaan met commissaris Turlings.’
De vader
keek verwonderd. ’Was hij dan niet al die tijd aan het werk met de commissaris?’
Zowel Elly
als Dagobert schudde het hoofd. Ze keken naar de vader die zich vertwijfeld
omdraaide, nog een keer achterom keek en vervolgens vrouw en zoon naar het huis
leidde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten