vrijdag 26 december 2014

Sigaretten halen 215

God straft en wel onmiddellijk. Dat had Zoetemelk met zijn bevindelijke achtergrond moeten weten. Diep in zijn hart wist hij dat natuurlijk al toen zich de wellust van hem meester maakte op de achterbank van politieauto. Hij had een achterwerk betast waar hij vanaf had moeten blijven. Dat was flink over de schreef, moreel verwerpelijk, te meer daar de eigenaresse van de billen in kennelijke staat verkeerde. Volgens de leer die Zoetemelk actief beleed, ging je de fout al in wanneer je vrouwen alleen al bekeek met bepaalde gedachten. Laat staan als er werd overgegaan tot handelingen. Goed, het aanraken van billen die erom vroegen was misschien tot daaraan toe, de onstuitbare lustgevoelens die dat vervolgens opriep waren absoluut ontoelaatbaar.
Niet alleen Zoetemelks geest maakte overuren in cel 3, ook lichamelijk was het zwaar. Hij zweette al bovenmatig bij het lostrekken van Zus' bloesje. Zijn worstvingers worstelden met de minuscule knoopsgaten. Hij had de boel gewoon kapot kunnen trekken, maar was zich bewust van eventuele sporen die hij achter zou laten. En hoe zat het met de camera? Hij kon daar dan wel een slipje over hangen, maar zag God niet alles? Juist ook dat wat in het verborgene plaatsvond?
Op dat moment - Zus had zichzelf enigszins overeind gewerkt op de brits - gebeurde het. Ze deed haar ogen open en keek Zoetemelk lodderig aan. Hij meed haar blik. 
De golf gelig braaksel die schokkerig uit Zus mond naar buiten spoot, bedekte Zoetemelks handen en vervolgens zijn broek en schoenen. Ondanks dat vloeken niet pasten in zijn vocabulaire, vloekte hij hartgrondig.

Geen opmerkingen: