Elly koekeloerde door het matglas van de voordeur. 'Ik zie beweging, Daag, Turlings is wel degelijk thuis. Maar ik denk niet dat hij vrijwillig voor ons open gaat doen.' Ze trok nogmaals met kracht aan de bel. Het rinkelen was buiten goed te horen.'Als jij hier blijft, ga ik achterom.' Elly maakte aanstalten weg te lopen.
'Wat wil je doen, El, wat kun je doen? Je kunt moeilijk naar binnen gaan.'
Elly haalde haar schouders op. 'Kijken kan geen kwaad.' Ze verdween naar achteren. Dagobert nam wat afstand van de voordeur en wachtte in de voortuin. Zo kon hij ook in de woonkamer kijken. Geen levende ziel te bekennen.
Plotseling werd er gemorreld aan de voordeur. Het slot klikte open en de deur draaide piepend op een kier. Het hoofd van Turlings was knalrood. En hij hijgde, alsof hij van ver was aan komen rennen.
'Wat moet jij hier, Bijleveld?' Het kwam er met moeite uit. Het was ook geen echte vraag. De toon die in het zinnetje doorklonk was 'sodemieter op'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten