Al dat bloed. En wat was er nu eigenlijk gebeurd? Die jongen lag om voor hij het wist. Met zijn kop tegen de stoeptegels. Hoofdwonden zorgden altijd voor veel bloed. Dat was normaal. Maar dat hij niet meer opstond, volledig van de wereld was, er voor lijk bij lag...
Soepboer trapte door. Hier zat geen verhaal in. Over deze story kon hij maar beter zwijgen. Hoe verder hij van de plek des onheils verwijderd raakte, hoe minder hij met dat ongeluk te maken had. Het was onbegrijpelijk stil op straat. Je zou toch denken dat alle politiewagens zouden zijn ingezet om die moordenaar op te pakken. Het was wel duidelijk dat de centrale coördinatie ontbrak. Tja, de centrale coördinator himself was natuurlijk lek gestoken enkele reis naar het mortuarium vertrokken.
God, wat bloedde die knul. Hij was zo op zijn fiets gesprongen en weggereden. Zonder nadenken, blindelings. Had hij 112 moeten bellen, had dat zin gehad? Hoeveel gedoe was daar niet uit voortgekomen. Gedoe dat hij niet kon gebruiken.
Verdomme. Soepboer kneep in de handremmen. Zijn tas. Zijn verslaggeverstas met zijn opschrijfboekje en tablet. In de fietstassen zat het niet. Het had al die tijd aan zijn stuur gehangen. Maar nu niet meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten